!ALEBRIJES Y CALACAS!

De Mexicaan Francisco Manzano en zijn Antwerpse vrouw Hilde Vandenbroeck hebben elkaar gevonden in kunst en leven. Samen maken ze alebrijes en calacas, dat zijn typisch Mexicaanse figuurtjes uit papier maché.

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Francisco: Ik heb mijn studie toneel niet afgemaakt in Mexico. Ik kreeg een werkaanbieding bij een gezelschap dat zich bezig hield met hedendaagse dans, circus en straattheater. In 1992 kwamen we naar België met dat gezelschap. Toen heb ik Hilde leren kennen.

Woon je al lang in België?

Fr.: Ja, sinds 1994, 14 jaar dus.
Hilde: Nadat ik Francisco heb leren kennen in 1992 ben ik met twee vrienden naar Mexico gegaan. Dat was in mijn laatste jaar op de academie, onder het mom van mijn eindwerk zijn we naar Mexico getrokken. Maar in plaats van zes weken ben ik er drie maanden gebleven. Daarna heb ik mijn eindexamens in België gedaan en dan ben ik terug naar Mexico getrokken om in Mexico City te gaan wonen.
Fr.: Maar nu is ons leven hier. Ik ben met Hilde naar België verhuisd. We hebben twee kinderen , het is beter voor hen om hier op te groeien.

Wat vond je in het begin van België, Francisco?

Fr.: In het begin had ik een cultuurshock.
H.: Ik ook in Mexico hoor!
Fr.: Vooral de lange winter en de regen was een aanpassing. Ik sprak de taal niet. Ik was geïsoleerd en wat eenzaam, want een echte Mexicaanse gemeenschap is hier niet.

Wat betekent Mexico voor jullie?

Fr.: Mijn hart zal altijd in Mexico zijn. Ik ben naar België gekomen toen ik 26 was. Mijn kindertijd heb ik in Mexico doorgebracht. Dus Mexico zal altijd speciaal zijn voor mij. We proberen er zeker om de twee jaar naar toe te gaan, ook met de kinderen. Misschien wil ik er ooit nog wel terug gaan wonen.
H.: Ik niet denk ik. Je beseft dat je hier in België gewoon veel meer mogelijkheden hebt. Maar ik hou wel veel van Mexico. Het is er heel mooi. En de cultuur is ook fantastisch. Er leven nog veel indianen in het Zuiden, hun cultuur alleen al is prachtig.

Jullie maken samen kunst.

Fr.: Wij zijn creatief op verschillende vlakken, maar de voornaamste dingen die we maken zijn alebrijes (kleurrijke creaturen) en calacas (doodshoofden), dat zijn figuuurtjes uit papier maché. Ik maak de vormen uit papier en lijm en Hilde schildert alles.
H.: Ik heb het geduld niet om met papier bezig te zijn en Francisco kan minder goed schilderen. Ik heb grafische vormgeving gestudeerd op de academie, dus dat was een logische keuze. Dat papierwerk doe ik gewoon niet graag.

Hoe ben je erop gekomen om dat soort dingen te maken?

Fr.: Ik ben in Augustus naar België gekomen. De winter kwam al snel en ik had niets te doen. Ik had nog geen job en ik verveelde me thuis. Toen ben ik figuurtjes uit papier beginnen te maken.

Vanwaar haal je die inspiratie?

Fr: Ik kijk graag naar insecten en reptielen. Daar hebben de figuurtjes veel van weg. Ik maak geen schets op voorhand. Ik maak ze gewoon op het moment zelf, de inspiratie volgt wel.
H: Er zijn wel mensen die specifieke dingen willen. Zo hebben we bijvoorbeeld vissen gemaakt voor een koppel uit Hong Kong dat graag een aquarium wou, maar er geen plaats voor had op hun kleine appartementje.
Fr.: Bij bestellingen maak ik wel op voorhand een schets.

Zijn jullie alebrijes populair in België?

H.: Ja toch wel. Als we een tentoonstelling doen, is meestal alles verkocht op het einde. De leuke figuurtjes met felle kleuren spreken blijkbaar veel mensen aan.


Hoeveel vragen jullie voor een alebrije?


H.: Dat varieert naar gelang de grootte. Meestal vragen we rond de 100 euro. Maar een grote kost tussen de 300 en de 400 euro. We werken dan ook meestal rond de 50 uur aan één figuur.
Zijn ze ook populair in Mexico?
Fr.: Ze zijn erg populair in Mexico. Er zijn ook tentoonstellingen waar de figuurtjes worden verkocht.
H.: In Mexico City is er een Museum: ‘Cultures Populares’ waar er alleen tentoonstellingen zijn rond volkse kunst. Dat kan vanalles zijn, maar je vindt er ook alebrijes en calacas terug.

Hebben de alebrijes een bepaalde betekenis?

H.:Nee , niet echt.
Fr.: Maar het is wel een traditie in Mexico om met papier en karton te werken. Zo is er ook papel picado. Daarbij worden er figuurtjes uit papier gekapt. En met Pasen maakt men papieren judassen die men vervolgens verbrandt. Men maakt ook veel doodshoofden uit papier. Op 1 en 2 November vindt er een groot feest plaats op kerkhoven, speciaal om de doden te eren. Het kerhof wordt dan helemaal versierd, onder andere met calacas.

Latijns-Amerikaanse federatie heeft ons naar jullie doorverwezen. Wat is het verband tussen jullie en de federatie?

H.: Toen Francisco en ik hier zijn aangekomen , heette de Latijns-Amerikaanse Federatie nog SAGO; Samen Anders Gaan Ontwikkelen. Die organisatie werkte vooral met Latijns-Amerikaanse mensen, maar bijvoorbeeld ook met Afrikaanse mensen. Wij gaven workshops in scholen voor SAGO. Bijvoorbeeld op werelddag. Dan gaven we Mexicaans koken of maskers en piñatas maken. Toen veranderde SAGO in de Latijns-Amerikaanse Federatie. Dat is eigenlijk een overkoepelende organisatie.

Vormen jullie dan zelf ook een vereniging?

Fr.: Min of meer. Want als we subsidies willen krijgen van de staat moeten wij een erkenning hebben. We zijn verplicht om een vijftal activiteiten per jaar te organiseren. Dat mag eender wat zijn, zolang je maar iets organiseert.

Wat doen jullie dan zoal?

H.:Momenteel loopt er niets. Maar we geven regelmatig workshops, vooral voor het maken van alebrijes. En in culturele centra worden we regelmatig gevraagd. Of we doen tentoonstellingen. Vorig jaar hebben we nog tentoongesteld in Luxemburg, cultuurstad van Europa.

Tot slot: Is er één alebrije die je nooit zou wegdoen?

H.: Er is er één die we hebben gemaakt toen ons zoontje geboren werd. Die staat hier op de kast en die zullen we nooit verkopen.

(JP, 07-04)

Geen opmerkingen: